03 okt 2022

Duponcheliamot bestrijden met biologische mix

Chrysant

Chrysant

Gerbera

Gerbera

Poinsettia (kerstster)

Poinsettia (kerstster)

Roos

Roos

Anthurium

Anthurium

Duponchelia fovealis is vooral in sierteeltgewassen een lastige plaag. Deze mot kan zich snel vermenigvuldigen met mogelijk ernstige gevolgen. Chemische bestrijding verloopt lastig omdat de rupsen zich verschuilen in de planten. Een biologische aanpak blijkt doeltreffender. Beste strategie is de combinatie van een nuttige nematode en twee predatoren. 

Duponchelia, oorspronkelijk afkomstig uit Zuidoost-Europa, is in West-Europa en Noord-Amerika een wijdversprreide plaag geworden in de kasteelt. De rupsen zijn bijzonder schadelijk voor Kalanchoë, Begonia en Cyclamen.

Scouting - waar te zoeken

"De rupsen worden aangetrokken door een hoge luchtvochtigheid en vreten aan de basis van de stengel, de wortelhals en de bladeren, of boren zich in de plantenstengel", legt Pascal Briand, IPM & Pollination Specialist bij Biobest, uit. "In potplanten voeden ze zich met de wortels waardoor verwelking optreedt. Door het ontstaan van wonden verhogen deze rupsen de ziektedruk in het gewas."

Kleine eitjes

De minuscule eitjes van Duponchelia zijn slechts 0,5 mm lang en met het blote oog nauwelijks zichtbaar. Een enkel vrouwtje kan er tot 200 leggen rond de bladvoeten of bij de nerven aan de basis van de stengel.

Goed verborgen rupsen

De glanzende crèmekleurige rupsen, met een donkere kop en bruine vlek op hun lichaam, komen na ongeveer acht dagen uit en worden 2 à 3 cm lang. Ze zijn moeilijk te ontdekken en blijven meestal goed verborgen.

Poppen verbergen in het substraat

Vier weken later verpoppen de volgroeide rupsen zich in cocons. Vaak verborgen onder substraatdeeltjes.

Zeer mobiele motten

Binnen nog eens 1 tot 2 weken verschijnen de volwassen motten. Je herkent ze aan hun licht- tot donkerbruine kleur. Hun achterlijf is omhoog gebogen met crèmekleurige strepen en de vleugels hebben een spanwijdte van 9 tot 12 mm. Deze motten zijn zeer mobiel en verspreiden zich snel en gemakkelijk in het gewas.

Bestrijdingsstrategie

Elke bestrijding begint met nauwkeurige gewasmonitoring. Daarvoor adviseren we deltavallen in combinatie met het juiste feromoon. Ook gele vangplaten die horizontaal in het gewas worden geplaatst, geven een gewenst resultaat.

Dan de daadwerkelijke bestrijding. De meest effectieve biologische strategie is gebaseerd op drie producten en richt zich op de eieren en/of het larvenstadium.

"Om de rupsen in het substraat te bestrijden, adviseren wij de introductie van Carpocapsae-System", aldus Pascal. " Carpocapsae-System bevat de nuttige nematode Steinernema carpocapsae en wordt toegepast op het substraat of de kraag van de plant.

"Voor de bestrijding van de eitjes en jonge larven van de mot kunnen twee nuttige predatoren uitgezet worden, namelijk Hypoaspis-System en Atheta-System.

"Hypoaspis-System bevat de bodemroofmijt Hypoaspis miles. Deze robuuste roofmijt bewoont de bovenste laag van het substraat en kan enkele weken overleven zonder prooi. 

"Atheta-System bevat de roofkever Atheta coriaria. Deze zeer mobiele kever zoekt actief naar motteneieren en -larven in het substraat."