Tomatenteler deelt zijn ervaring omtrent Biobest’s Dacnusa-Diglyphus combi-strategie tegen mineervlieg

De larven van de mineervlieg graven gangen in de bladeren en veroorzaken zo aanzienlijke schade. Vrijwel overal in West-Europa is de tomatenmineervlieg in opmars en vormt de toenemende mineerdruk een grote uitdaging. Met een Dacnusa/Diglyphus combi-strategie kan Biobest de perfecte oplossing aanbieden. Teler Leon van Klink van Vitensa getuigt: ”Door zowel Dacnusa sibirica als Diglyphus isaea op de gepaste wijze in te zetten, ben je zeker van een goede controle”.

Biobest’s combi-strategie werd eerst uitvoerig getest in het VK. Daar bouwde Biobest UK heel wat ervaring op met het gebruik van de twee parasitaire sluipwespen, Dacnusa sibirica en Diglyphus isaea. Zo werd het duidelijk dat beide biologische bestrijders erg complementair zijn. Met de inzet van Dacnusa vroeg in het seizoen gevolgd door de introductie van Diglyphus later in de teeltcyclus worden de biologische eigenschappen van beide beestjes ten volle benut.

Dacnusa als snelle prooizoeker...

Leon van Klink, teler van de snacktomaat Babeno en bedrijfsleider bij Vitensa getuigt: “Onze strategie is om vanaf begin van de teelt goed te scouten op de eerste symptomen van mineervlieg. We checken de signaalplaten en we zoeken naar stippen of beginnende gangen op de bladeren van het gewas om te bepalen wanneer we starten met Dacnusa.”

Yann Jacques, Biobest’s Product Manager voor Macrobials, legt uit: “Dacnusa doet het erg goed in het vroegseizoen omdat ze kunnen parasiteren bij lagere temperaturen maar vooral omdat deze sluipwesp een goede prooizoeker is. Ook bij lage plaagdruk gaan ze actief op zoek naar de larven van de mineervlieg in de tunnels van het blad. Aangezien het endoparasieten zijn, leggen ze hun eitjes in de larven. Daarenboven zijn ze ook nog kieskeurig, reeds geparasiteerde larven laten ze links liggen om op zoek te gaan naar gezonde larven. Om makkelijk de eerste mineervliegadulten te spotten en het optimaal introductietijdstip te bepalen, raad ik aan om ook Bug-Scan sticky traps te gebruiken.”

Diglyphus ruimt ze verder op

“Diglyphus is niet zo’n zoeker, maar komt volledig tot zijn recht bij een grotere plaagdichtheid. Na het uitzetten van Dacnusa monitorden we wekelijks en verzamelden we poppen om te kijken hoeveel procent geparasiteerd is door Dacnusa. Wanneer we zien dat de druk hoger wordt zetten we Diglyphus en Dacnusa samen in, om uiteindelijk over te schakelen op enkel Diglyphus,” aldus Leon van Klink.

Yann Jacques vult aan: “Na enkele introducties met Dacnusa is het inderdaad de beurt aan Diglyphus. Diglyphus doet pas goed zijn werk als de plaag een bepaalde drempel overschrijdt. Onze adviseurs helpen de telers graag om die drempel goed te bepalen. Diglyphus is ideaal na Dacnusa, het kan snel een grote populatie opbouwen en de plaag zo onder controle houden. Diglyphus vrouwtjes verlammen hun prooi en leggen er vervolgens hun eitje naast, het is dus een ectoparasiet.  
Leon heeft nog een praktische tip in petto: “Laat het blad wat langer hangen, zodat Diglyphus zijn cyclus kan voltooien en klaar is voor de volgende generatie.”

Tot 100% controle!

Leon van Klink blikt tevreden terug op de resultaten: “Het is dit jaar prima gegaan. We hadden vanaf het begin mineervliegdruk en dat maakte het best even spannend. Toch zagen we al snel goede parasitering van Dacnusa, tot zelfs 100%! Diglyphus bracht vervolgens de situatie volledig onder controle. Chemische middelen waren niet nodig, biologische bescherming was voldoende.”

Nog even praktisch

Het best is om Dacnusa in te zetten bij eerste tekenen van mineervlieg en dit aan een dosis van 0.25-0.5 adult per m² per week. Dacnusa-System is te verkrijgen in 250ml potjes met 250 adulten.

Na het overschrijden van de drempel, start je met het Diglyphus-System van 0.1-1 adult per m² per week. Ook het Diglyphus-System is te verkrijgen in 250ml potjes met 250 adulten. Monitoren van het gewas is noodzakelijk.

Reken op uw Biobest-adviseur voor technisch advies op maat.