Teelttip - Biocontrole in aardbei: Maak swirskii klaar voor de strijd met Nutrimite™

In mei en juni kampen verscheidene telers met een enorme druk van trips. Daarom is het noodzakelijk om de roofmijt Amblyseius swirskii preventief in te zetten, samen met Nutrimite™.

Telers van doordragende aardbeivariëteiten moeten in gedachte houden dat een invasie van trips in hun veld vooral mogelijk is van het eind van de lente tot het begin van de zomer. Men ziet vooral een piek eind mei, begin juni. “Dit hangt natuurlijk van het gebied af”, aldus Julien Mourrut-Salesse, Manager IPM & Pollination specialists op Biobest.

Een snelle en hevige plaagaanval vraagt om een efficiënt antwoord. In aardbei is de roofmijt Amblyseius swirskii een betrouwbare nuttige. Wanneer trips al aanwezig zijn, zal A. swirskii actief op zoek gaan naar trips in bloemen, op bladeren en vruchten. En zelfs wanneer er geen trips aanwezig is, kan je de swirskiimijt als zeer nuttig beschouwen. Dankzij Nutrimite™, een 100 % natuurlijk voedingssupplement, gemaakt uit een speciale selectie van pollen, maken telers hun populatie swirskii klaar voor de strijd zelfs nog voor de plaag aanwezig is!

Julien vervolgt: “Nutrimite™ draagt enorm bij aan een succesvolle introductie van swirskii in aardbei. We observeerden een veel hoger populatieniveau, in vergelijking met een situatie zonder voedingsbron. Deze strategie is zeer efficiënt tegen trips op het fruit zelf. Bovendien zorgt een goede populatie swirskii voor een goede controle tegen spint en wittevlieg, ook niet te onderschatten plagen in aardbei.”

In de praktijk raadt Julien aan één zakje swirskii te gebruiken per twee (lineaire) meter aardbei. Als men om de 15 dagen Nutrimite™ toepast, bekom je een goede bezetting roofmijten. Toch is het in sommige gevallen nuttig een tweede maal swirskii uit te zetten.

Naast trips, spint en wittevlieg krijgen aardbeitelers weleens te maken met bladluis. Julien raadt dan aan: “Voor een efficiënte controle tegen bladluis, biedt Biobest een preventieve strategie, gebaseerd op het Aphi-Mix-System, dat een mix van vier soorten parasiterende wespen inhoudt (Aphidius colemani, Aphidius ervi, Aphidius matricariae en Aphelinus abdominalis) en dit gecombineerd met het Aphidoletes-System, die de galmijt Aphidoletes aphidimyza bevat. Men past de Aphi-Mix het best toe bij temperaturen boven 12°C, terwijl Aphidoletes pas wordt gebruikt wanneer de minimumtemperatuur boven 16°C blijft. Wanneer er sprake is van een populatie bladluis in het gewas, worden de galmijt en de groene gaasvlieg Chrysoperla carnea curatief ingezet.”

Voor meer informatie, contacteer Lise Verachtert (lise.verachtert@biobest.be).