>

Paprika - goede zoekers tegen vroege bladluis

7/03/2018 - In deze periode kunnen telers al eens bezoek krijgen van bladluizen. Die kunnen best worden bestreden door sluipwespen, galmuggen en zweefvliegen – uw nieuwste bondgenoot – in te zetten.

Hoewel de spuitcyclus erop zit, grijpen paprikatelers in deze periode nog vaak terug naar Plenum®. Dit chemisch bladluismiddel – dat steeds minder gebruikt mag worden - wordt doorgaans toegepast via een druppelbehandeling. Het middel is weliswaar relatief veilig voor biologische bestrijders, maar is in deze periode weinig effectief omdat de opname van de paprikaplanten nog te laag is. Dat is een probleem, want menige teler krijgt nu al bezoek van bladluis.

“Daarom adviseren wij het preventief inzetten van biologische bladluisbestrijders,” zegt John van Eijk, adviseur bij Biobest Nederland. “Bij voorkeur zijn dit nuttigen met een goed zoekgedrag, zoals sluipwespen, galmuggen en zweefvliegen.” Volgens John zijn de sluipwespen Aphidius colemani, Aphidius matricariae en de galmug Aphidoletes aphidimyza goede keuzes om vroege aantasting door de groene perzikluis, de rode tabaksluis en de katoenluis in de hand te houden. De aanwezigheid van deze bladluizen is trouwens alleen problematisch als ze talrijk voorkomen. John: “De schade beperkt zich voornamelijk tot de afzet van ‘vettige’ honingdauw op de bladeren.”

Maar dat geldt niet voor alle bladluissoorten. De boterbloemluis bijvoorbeeld veroorzaakt veel sneller schade, zoals vergroeiingen in de kop van de plant. “Nultolerantie is hier de aangewezen strategie,” vertelt John. “Telers kunnen boterbloemluis biologisch (en bovendien preventief) aanpakken door de sluipwesp Aphidius ervi in te zetten.”

Biobest heeft recent een nieuwe nuttige tegen bladluis in de strijd gegooid: de zweefvlieg Sphaerophoria rueppellii. Deze zweefvlieg is actief in een groot temperatuurbereik (10-40°C), waarbij de wijfjes voortdurend op zoek gaan naar bladluiskolonies om hun eitjes in te leggen. Elk wijfje is zo goed voor 400 eitjes. Als u weet dat een larve van S. rueppelli gemiddeld 200 bladluizen opvreet, wordt het nut van deze nieuwste bondgenoot in de strijd tegen bladluis pas echt duidelijk. Een bijkomend voordeel: de larven van Sphaerophoria lusten af en toe ook wel eens wittevlieg, trips en mijten.

Alle nuttigen worden steevast uitgezet in hun popfase. Biobest hanteert volgende standaarddosissen: A. colemani: 0,5 insect/m²/week, A. aphidimyza: 0,5-1 insect/m²/week, A. matricariae: 0,25 insect/m²/week en A. ervi: 0,25 insect/m²/week. Voor Sphaerophoria wordt 0,01-0,02 st/m²/week preventief en 0,02-0,04 st/m²/week curatief geadviseerd.

Uw Biobest adviseur helpt u graag met het uitwerken van een strategie op maat van uw bedrijf.

Wij maken het je eenvoudig

Specificeer je locatie en voorkeurtaal om meer relevant advies en informatie te ontvangen. Bedankt!

PS: schakel cookies in om uw voorkeuren te onthouden.