>

IPM in potplanten: de Deense strategie werkt!

Een geïntegreerde gewasbescherming introduceren in de teelt van potplanten loopt niet altijd van een leien dakje. In onze lage landen hebben nog maar weinig telers volop ervaring met de inzet van nuttigen. Wat verder noordwaarts ziet het plaatje er anders uit. Ondermeer in Denemarken hebben tal van potplanttelers wel goede ervaringen. Biobest is hier nauw bij betrokken en is ervan overtuigd dat de Deense aanpak ook in Nederland en België erg waardevol kan zijn.


“De Deense telers hebben van de nood een deugd gemaakt”, zegt Sam Gui, specialist duurzame gewasbescherming bij Biobest en ervaringsdeskundige betreffende de Deense sierteeltmarkt. “Duurzaamheid en gezondheid staan in de Scandinavische landen vaak nog net een trapje hoger op de agenda dan bij ons. Daarom zijn er bij wet al een aantal chemische bestrijdingsmiddelen verboden die bij ons nog wel toegelaten zijn. Hierdoor waren de Deense tuinders wel verplicht het over een andere boeg te gooien. Vandaag zijn heel wat telers juist erg tevreden met de inzet van nuttigen; hen hoor je niet meer klagen over het verbod op chemische middelen”.


“Een succesvolle IPM-strategie uitwerken voor de teelt van diverse potplanten was zeker niet eenvoudig”, aldus Sam, “want het is gekend dat je roofmijten niet gemakkelijk in leven kan houden op deze planten. De tolerantie voor aanwezigheid van plaag is erg laag en dus kunnen de roofmijten zich – bij gebrek aan prooi - moeilijk handhaven. Ook de droge omgeving bemoeilijkt de overleving.”
Maar daarom besluiten dat je met roofmijten de klus niet kan klaren, dat is volgens Sam een brug te ver. Probleem nummer één is vaak trips en de Deense praktijk toont aan dat het wel degelijk mogelijk is om goede resultaten te behalen.

Sam Gui: “We moeten er gewoon rekening mee houden dat de populatie nuttigen zich niet zo goed zal vestigen als in de meeste groentegewassen. Maar de oplossing is eigenlijk even eenvoudig als doeltreffend: door heel regelmatig een voldoende dosis nuttigen uit te zetten kan vermeden worden dat de plaag de bovenhand krijgt. Deense tuinders zetten tweemaal per week roofmijten uit aan hoge dosering. Ze opteren meestal voor het gebruik van A. cucumeris, een mijt die relatief goedkoop beschikbaar is, eerder dan te kiezen voor een duurder product zoals A. swirskii en dan maar dosis of uitzetfrequentie te reduceren. Deze strategie neemt het gegeven dat de roofmijten in de teelt van potplanten relatief snel sterven als uitgangspunt en levert een goede bestrijding op aan een aanvaardbare kost.


Daarnaast worden nog andere middelen ingezet om de plaag (bijvoorbeeld trips) in alle stadia en overal in de teelt aan te pakken. De inzet van nuttigen zoals Hypoaspis, bij de opstart van de teelt en bij het verpotten, zorgt ervoor dat de plaag ook in de bodem geen kans krijgt. En ook de Biobest Bug-Scan® vangplaten zijn een belangrijk wapen. Zij zorgen voor het luchtoffensief in de totale oorlog tegen trips.
Sam vat alles nog even samen in drie slagzinnen: “Dosis en regelmaat”; “Alle pionnen voluit inzetten” en “Nooit wachten om een tandje bij te steken”. Hij gelooft rotsvast dat ook de potplantenteler in de lage landen met deze strategie zijn voordeel kan doen en met deze heldere boodschap overtuigd kan worden om voor een geïntegreerde aanpak met nuttigen te kiezen.


Het Deense uitzetschema samengevat
Gedurende de volledige teelt:

  • 2 x per week A. cucumeris aan ± 150 cucumeris/m²
  • Gebruik van Bug-Scan® IVOG-System vangplaten, vervang enkel indien nodig (wanneer de platen vol hangen met vliegende insecten)
  • Bij opstart van de teelt: 3 x 250 Hypoaspis, met interval van één week
  • Herhaal introductie Hypoaspis bij elke verpotting
  • Verhoog de dosis op hotspots of bij stijging van de trips populatie

Wij maken het je eenvoudig

Specificeer je locatie en voorkeurtaal om meer relevant advies en informatie te ontvangen. Bedankt!

PS: schakel cookies in om uw voorkeuren te onthouden.