>

Galmug en sluipwesp: uitstekende tandem tegen bladluis

Kasgroenten, sier- en fruittelers in openlucht vertrouwen voor hun bladluiscontrole meer en meer op nuttige insecten. Residuvrije gewassen zitten in de lift. En dus komen telers automatisch uit bij sluipwespen en galmuggen.

“Je voelt dat de natuur op uitbarsten staat,” vertelt Arjo Van Lenteren, regionaal adviseur van Biobest Nederland. “Het is een kwestie van slechts enkele weken vooraleer de bladluis ontwaakt om zich massaal te gaan nestelen en voortplanten in groenten-, fruit- en bloemgewassen”. De maanden april, mei en juni vormen immers het hoogseizoen voor de bladluis.

Bij bladluis is het belangrijk dat de infectiedruk onder controle blijft, de plaag moet dus niet noodzakelijk tot en met de laatste luis worden uitgeroeid. Door hun complementair karakter zijn sluipwespen en galmuggen de ideale combinatie om een bladluisplaag met gegarandeerd succes aan te pakken. Terwijl galmuggen vooral effectief zijn tegen luishaarden, staan sluipwespen bekend om hun uitstekende zoektalent naar alleenstaande individuen. Arjo: “Deze nuttige insecten zijn bijzonder effectief tegen bladluis.”

Het gebruik van de galmug Aphidoletes aphidimyza zit in de lift, dat merkt Arjo tijdens zijn dagelijkse contacten met telers. “Aphidoletes is bijzonder vraatzuchtig en totaal niet kieskeurig als het op bladluizen aankomt. ”Biobest levert Aphidoletes in verpakkingen van 1.000, 2.000 of 10.000 poppen. Voor een maximale uitvlieg is het belangrijk dat de poppen in een laag vochtige aarde worden uitgezet. Je Biobest adviseur kan je meer uitleg geven over de praktische toepassingsmogelijkheden en dosering.

Voor de toepassing van sluipwespen doen, volgens Arjo, telers er goed aan de aanwezige bladluizen in hun gewassen te herkennen. Afhankelijk van de bladluissoort is het belangrijk de meest effectieve sluipwesp in te zetten. De groene perzikluis, de rode tabaksluis en de katoenluis zijn enkele voorbeelden van geliefde prooien van de sluipwespen Aphidius colemani en Aphidius matricariae. De boterbloemluis, die veel sneller schade veroorzaakt, wordt dan weer het best bestreden met de sluipwesp Aphidius ervi.

Over de precieze details van de inzet van sluipwespen en galmuggen gaan telers best te rade bij hun Biobest-adviseur. De nuttigen worden steevast uitgezet in hun popfase. Bij de sluipwespen gebeurt dit door ze los uit te strooien, bij de galmuggen worden de reeds vermelde emmers geplaatst. “Wij adviseren een twintigtal emmers per hectare,” aldus Arjo. “Maar de precieze dosis is natuurlijk afhankelijk van de infectiedruk.”

Wij maken het je eenvoudig

Specificeer je locatie en voorkeurtaal om meer relevant advies en informatie te ontvangen. Bedankt!

PS: schakel cookies in om uw voorkeuren te onthouden.