Encarsia formosa en Delphastus catalinea: een gouden combinatie in de sierteelt!

Al zeer lang, sinds 1926, zijn de eerste successen van de sluipwesp Encarsia formosa bekend. Deze sluipwesp was met name één van de eerste natuurlijke vijanden die op een commerciële manier èn met succes in de moderne tuinbouw werd geïntroduceerd.

Na zich jaar en dag als nuttige parasiet bewezen te hebben in de groenteteelt, wordt ze de laatste jaren ook met succes ingezet in diverse sierteeltgewassen zoals roos en gerbera. Dit zijn echter jaarrond teelten en dat vereist uiteraard een andere aanpak.

Wesley Akkermans, specialist gewasbescherming bij Arend-Sosef in Nederland: “Omdat deze sluipwesp vooral overdag actief is, zal zij in de wintermaanden door de kortere daglengte en lage lichtintensiteit, minder effectief zijn. Het is daarom van belang om in het vroege voorjaar de sluipwesp te ondersteunen door de zwavelverdampers uit te zetten en wekelijks 4 tot 6 sluipwespen per m² te introduceren. Afhankelijk van de wittevliegdruk dient dit minimaal 4 tot 6 weken te worden herhaald.”

Encarsia formosa is een predator die alle larvenstadia van wittevlieg kan parasiteren, maar toch verkiest ze vooral het 3de en vroege 4de stadia. Het is daarom aan te raden om als vorm van zekerheid naast Encarsia formosa ook nog andere nuttigen in te zetten die elders op de levenscyclus van wittevlieg ingrijpen. Naast swirskii, wordt hiervoor momenteel ook veelvuldig gebruik gemaakt van Delphastus catalinea. Op deze manier worden zeker alle stadia van de wittevlieg bestreden.

Wesley Akkermans: “Na even van het toneel verdwenen te zijn, adviseren wij samen met Biobest nu terug het inzetten van Delphastus catalinea en dit met succes. Delphastus catalinea is een klein lieveheersbeestje dat zich voedt met alle stadia van wittevlieg, maar het heeft vooral de voorkeur voor eieren en larven van de wittevlieg. Het kevertje gaat niet in diapauze onder korte-dag omstandigheden en is daardoor al vroeg in het seizoen actief. Zowel de larven als de volwassen kevers zijn uitstekende predatoren en kunnen behoorlijke hoeveelheden eieren en larven per dag verorberen. Volwassen kevers zijn actieve vliegers die op de geur afkomen welke wordt afgescheiden door jonge wittevliegen. De kevers kunnen op deze manier, met name wittevlieghaarden gemakkelijk opsporen in het gewas.”

Larven van Delphastus catalinea verplaatsen zich langzaam van plant naar plant via het blad. Voor een goede populatieontwikkeling heeft Delphastus catalinea veel wittevlieg nodig; introduceer deze kevertjes daarom alleen bij aanwezigheid van wittevlieg en bij voorkeur in wittevlieghaarden. Doe dit minimaal voor een periode van 4 weken of totdat de eerste larven terug te vinden zijn.

Wesley Akkermans: “Geïntegreerde wittevliegbestrijding in o.a. roos en gerbera blijft maatwerk. Door een combinatie van sluipwespen en roofkevers te maken, is een effectieve wittevliegbestrijding weer een stapje dichterbij gekomen!”