>

Bonen - biologisch dubbeloffensief voor eerste spint

Telers van bonen en peulen zijn gewaarschuwd: de spintmijt is in het land. Waar de chemie het de laatste jaren laat afweten, biedt de biologie de oplossing. Als u er vroeg bij bent, staat niets een succesvolle biologische spintbestrijding nog in de weg.

Spint wordt veroorzaakt door de spintmijt, oftewel Tetranychus urticae. Het is één van de meest voorkomende plagen in de bonenteelt in België en Nederland. Bovendien is de plaag de laatste jaren chemisch almaar moeilijker onder controle te krijgen. De oorzaak hiervan ligt in de toenemende resistentie van spintmijten tegen chemische bestrijdingsmiddelen.

Daarom stappen bonentelers over naar biologische bestrijding die ongevoelig is voor resistentie. Zij doen hier voornamelijk beroep op twee nuttigen: de galmug Feltiella acarisuga en de roofmijt Phytoseiulus persimilis.

Het succes van de inzet van beide biologische bestrijders hangt sterk af van de manier waarop spint zijn intrede doet in de kassen. “Bij de eerste waarneming van spint is het belangrijk dat de teler goed controleert in welke mate de aantasting al is verspreid,” vertelt Biobest-adviseur Nick Nagels. “Bij opkomende lichte aantastingen die meermaals terugkomen kan hij gebruik maken van Feltiella. Dankzij hun vleugels en hun bijzonder goede zoekvermogen kunnen deze nuttigen de eerste spinthaarden snel en over verschillende afstanden opsporen.”

Feltiella is een parasiet. De wijfjesmuggen leggen hun minuscule geelkleurige eitjes in spinthaarden. Wanneer de eitjes na een dag of twee uitkomen, doen de oranjegele larven zich volop tegoed aan de weerloze spintmijten. Volgens Nick vraagt het uitzetten van de Feltiella poppen weinig inspanning van de teler. “We raden wel aan dat hij tijdens de inzet geen of slechts heel weinig gebruik maakt van zwavelverdampers. Hierdoor raken de muggen immers gedesoriënteerd en kunnen ze de spinthaarden moeilijker lokaliseren.”

De roofmijt Persimilis is de andere populaire biologische spintbestrijder in de bonenteelt. Deze roofmijt staat bekend om zijn snelle ontwikkeling en gezonde eetlust. Bij opkomende spinthaarden kan deze desgewenst ingezet worden, naast Feltiella.

Persimilis wordt best tijdig uitgezet bij de spinthaarden, zodat de populatie roofmijten zich goed kan ontwikkelen. Net als bij Feltiella is het belangrijk de inzet goed op te volgen. Dat is niet zo moeilijk, want Persimilis zuigt de spintmijten leeg, waarna die bruin tot zwart verkleuren en dus goed opvallen.

“De combinatie van galmuggen met roofmijten geeft telers vertrouwen,” zegt Nick. “Dat is belangrijk, zeker wanneer ze hun eerste stappen zetten in de biologische bestrijding. De inzet van twee nuttigen in plaats van één zorgt er bovendien ook voor dat chemische correcties tot een minimum kunnen beperkt worden.”

Wij maken het je eenvoudig

Specificeer je locatie en voorkeurtaal om meer relevant advies en informatie te ontvangen. Bedankt!

PS: schakel cookies in om uw voorkeuren te onthouden.