5/03/2018 - Wittevlieg bestrijdt u best met een gefaseerde inzet van nuttigen; eerst Encarsia, dan Eretmocerus en, ten slotte, eventueel nog Macrolophus. Stefan Bohte, specialist gewasbescherming bij Biobest Nederland legt het Biobest stappenplan uit.
De ontwikkeling van wittevlieg gaat traditioneel altijd snel in aubergines. Dat is ook dit jaar het geval. De basis voor de biologische bestrijding bestaat uit twee soorten sluipwespen: Encarsia formosa en Eretmocerus eremicus. Mits de juiste inzetstrategie zal de populatie van deze bestrijders zich gelukkig ook snel ontwikkelen.
Omdat we nog vroeg op het seizoen zijn start u volgens Stefan uw bestrijding van wittevlieg best met de introductie van Encarsia. "Zet voldoende sluipwespen in, zo kan de populatie gelijke tred houden met de wittevlieg," zegt Stefan. Meestal is inzet van drie sluipwespen per m² en per inzetbeurt aanbevolen. Gewoonlijk zijn een drietal inzetbeurten nodig, totdat u voldoende parasitering op uw gewassen vaststelt. Stefan: "Het tijdsinterval tussen de afzonderlijke inzetbeurten is afhankelijk van de plaagdruk. Dit varieert van een week tot twee weken." Wanneer het voorjaar aanbreekt schakelt u dan best over naar Eretmocerus eremicus, een sluipwesp die een groter vliegbereik lijkt te hebben.
Als sluitstuk van uw wittevliegbestrijding kunt u ook nog opteren om de roofwants Macrolophus pygmaeus in te zetten. Deze beruchte alleseter is bij uitstek geschikt wanneer er zich een situatie voordoet waarbij de sluipwespen wittevlieg niet meer de baas kunnen. Bovendien wordt ook de behaarde wants, een andere gesel van aubergineplanten, teruggedrongen door Macrolophus – hoewel niet bewezen is dat hij de behaarde wantsen effectief opeet.
De inzet van Macrolophus is nochtans niet vanzelfsprekend in de aubergineteelt. Enerzijds is er de Mucor-schimmel, die zich in de bloemen van de aubergineplanten ophoudt. "De roofwantsen kunnen de schimmel meenemen, waardoor de vruchten geïnfecteerd raken," aldus Stefan. Anderzijds moet u rekening houden met een exportverbod voor gewassen met Macrolophus naar bepaalde regio’s – bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Toch zijn beide problemen volgens Stefan niet onoverkomelijk. "Telers die jaarlijks grote problemen ervaren met wittevlieg kunnen de inzet van Macrolophus zeker overwegen. We zorgen er dan wel voor dat aan de mogelijke problemen een mouw gepast wordt. Dat is deel van onze taak als Biobest-specialist."
Specificeer je locatie en voorkeurtaal om meer relevant advies en informatie te ontvangen. Bedankt!
PS: schakel cookies in om uw voorkeuren te onthouden.
Vul je gegevens in en ontvang de meest relevante updates.
Vul je gegevens in en ontvang de meest relevante updates.
Vul je gegevens in en ontvang de meest relevante updates.