Aubergine & Komkommer: wees op je hoede voor spint

Met het warme, droge lenteweer doet spint zijn intrede in de kassen van aubergine en komkommertelers. Adequate monitoring is noodzakelijk, eventueel gevolgd door het uitzetten van de roofmijt Phytoseiulus persimilis.

In deze tijd van het jaar controleren Belgische en Nederlandse telers van aubergines en komkommers hun gewassen best wekelijks op spint. “Nu het warmer wordt kan spint op elk moment opduiken in beschermde teelten,” vertelt Bart Elseviers, technisch adviseur bij Biobest Belgium. “Eens ze de plaag hebben gespot in hun gewassen, raden we telers aan systematisch de spintontwikkeling op te volgen.”

Een effectieve bestrijder van spint is de roofmijt Phytoseiulus persimilis – onder telers ook wel vaak ‘phyto’ genoemd. “Deze nuttige werkt hoofdzakelijk curatief,” vertelt Bart. “Je kan hem pas zinvol inzetten wanneer de eerste spint is vastgesteld.” Gemiddeld houdt Biobest rekening met een dosis van 20 insecten per vierkante meter in de zone (of in de rij) waarin een spinthaard is vastgesteld.

Nauwkeurige en regelmatige monitoring van plagen is echter lastig als de kassen grotere oppervlakken beslaan – zeg, meer dan 5 ha. “Daarom geef ik aan grotere telers deze vuistregel mee: hebben ze op minstens vier verschillende locaties in hun serre spint gevonden, dan zetten ze best overal roofmijten uit. De dosis mag dan wel iets omlaag: tussen de 10 en 15 stuks per vierkante meter,” aldus Bart.

Bart: “Persimilis is verkrijgbaar in kokers van 2.000, 10.000 of 25.000 stuks. De roofmijten moeten uitgestrooid worden in de kop van de planten, zo hoog mogelijk dus. Zo beletten ze dat spint zich gemakkelijk kan verspreiden langs de gewasdraad.”